VAN AARDE NAAR WAARDE

LIVING LAB LEEMSTEEN


Vooroordelen over leem 

door Erik Pelicaen



Ooit was leem naast hout en natuursteen het enige materiaal waarmee je stevige constructies kon bouwen. Vandaag moet de natuurlijke grondstof het als bouwmateriaal echter afleggen tegen baksteen, staal en beton. Vanuit het besef dat circulair bouwen een noodzaak is om de klimaat-, afval- en grondstoffenproblematiek te counteren, is leembouw aan een revival bezig. Er is echter een gebrek aan vertrouwen in het materiaal waardoor de toepassing ervan in onze streken beperkt blijft. Daarom ontkrachten we in dit artikel enkele vooroordelen waar het vandaag nog mee kampt.


Aarde- of leembouw wordt bij het brede publiek vaak geassocieerd met een primitieve manier van bouwen, meestal in het Mondiale Zuiden. Bovendien impliceert dat oordeel dat de Westerse of geïndustrialiseerde manier van bouwen een pak beter is. Maar is dat wel zo? Alleszins niet inzake milieu- en klimaatimpact. Anders dan bij bouwen met staal en beton, draagt traditionele leembouw weinig bij aan de klimaatopwarming en aan de uitputting van grondstoffen. Bovendien kan het bij afbraak gerecycleerd of gecomposteerd worden en worden ze dus geen afval. Aangezien er geen planeet B bestaat en de bouwsector verantwoordelijk is voor het leeuwendeel van de globale CO2-uitstoot, afvalproductie en grondstoffenverbruik, moeten we onze Westerse bouwcultuur herdenken en regeneratieve bouwmaterialen inzetten.


Leem ondergaat geen verbrandingsproces of chemische transformatie zoals bij baksteen of cement, waardoor een hoop minder energie nodig is bij de productie van leembouwstoffen en dus een pak minder CO2 wordt uitgestoten. Dat zorgt er ook voor dat de oorspronkelijke grondstoffen weer bekomen kunnen worden bij de afbraak van leembouw, of de aarde terug aan de natuur kan gegeven worden. Naast de mogelijkheid tot het hergebruiken of natuurlijk ontbinden van aarde, is het ook ruim beschikbaar. De uitgegraven grond die bij het leggen van fundamenten als afval wordt beschouwd, kan gevaloriseerd en omgevormd worden tot leembouwproducten. Bovendien is ook geologisch gezien leem overvloedig aanwezig in de aardkost. Naast ecologische voordelen heeft leem dus ook heel wat pro’s gerelateerd aan welzijn, gezondheid en comfort. Zo biedt het een goede binnenluchtkwaliteit dankzij vochtbufferende eigenschappen en kan het een aangenaam binnenklimaat garanderen dankzij de hoge thermische inertie. Maar hoewel er in onze streken al verschillende voorbeelden bestaan van moderne leembouwtoepassingen, blijft een echte doorbraak toch uit. Sceptici zijn voornamelijk begaan met de lagere sterkte van leem, de water- en onderhoudsgevoeligheid, het gebrek aan normen en de hogere uitvoeringskosten. Hieronder volgen een aantal typische uitspraken die de opschaling van leembouw verhinderen.

Dragend leemsteenmetselwerk in Fort V, Edegem - BC architects © Thomas Noceto      

“Leem is een zwak materiaal”


Leem hoort bij de oudste bouwmaterialen ter wereld. In Turkije vind je bijvoorbeeld nog resten van de eerste menselijke nederzettingen uit leem en hout, ongeveer 6.000 jaar oud. Een van de meest iconische voorbeelden om dit vooroordeel te weerleggen is het dorp Taos Pueblo in New Mexico. Het dorp met gebouwen in adobe (zongedroogde leemsteen) is bijna 1.000 jaar oud en er wonen vandaag nog steeds zo’n 150 mensen. Jaarlijks krijgen de gebouwen een verse laag leempleister om ze te beschermen tegen tornado’s en hagelstormen die de regio kent. Bovendien heeft leem zich in de geschiedenis niet beperkt tot gebouwen met slechts één verdieping. De stad Shibam in Jemen, ook wel het Manhattan van de woestijn genoemd, bestaat uit metersdikke adobe-gebouwen tot wel elf verdiepingen. Ze dateert uit de 16de eeuw en er wonen vandaag nog steeds 7.000 mensen. Ook in onze streken bestaan er nog tal van voorbeelden die aantonen dat leem best wel een sterk en bestendig materiaal is: in het Verenigd Koninkrijk alleen al vind je meer dan 500.000 gebouwen uit leem. De Industriële Revolutie heeft die traditie echter wel een halt toegeroepen: baksteen, staal en beton konden plots goedkoop op grote schaal geproduceerd worden. Omdat dit sterkere en waterbestendige materialen zijn, geraakten leembouwtechnieken in vergetelheid. Vandaag heerst er echter een overkill tendens: ultrasterke en -waterbestendige materialen worden ingezet voor toepassingen waarvoor die eisen niet nodig zijn, zoals bijvoorbeeld invulmetselwerk uit betonsteen. Leem kán structureel en blootgesteld aan het weer ingezet worden, maar heeft mogelijk nog meer potentieel in zelfdragende en droge toepassingen zoals scheidingswanden, vloerbedekking of als afwerking op een bestaande wand. Zo is leempleister waarschijnlijk de meest courante toepassing in West-Europa. 

Gewone leempleister en akoestische leempleister in Usquare, Brussel - BC architects © Sander Lambrix     

“Leem is geen modern materiaal”


Aangezien leembouw niet dezelfde geschiedenis van standaardisatie heeft gekend, loopt leembouw technisch gezien achter op baksteen en beton. Echter heeft leembouw zich wel over alle continenten verspreid. Leem als grondstof is dan ook haast overal te vinden. Het is zelfs vandaag de dag nog een van de populairste bouwmaterialen: meer dan twee miljard mensen wonen in gebouwen uit leem. Uiteraard situeert de meerderheid daarvan zich wel in minder geïndustrialiseerde landen met meestal een droog klimaat. Maar ook in onze streken steekt leembouw steeds vaker de kop op. L’Orangerie in het Franse Lyon is een mooi voorbeeld van een knap staaltje moderne leembouw. Door te werken met drukbogen hebben de architecten logisch gebruikgemaakt van het feit dat leem geen trekkrachten kan opnemen. De stampleemblokken werden geprefabriceerd, wat als voordeel biedt dat ze een hogere kwaliteitsgarantie kunnen verzekeren en de werf niet onderhevig is aan de weersomstandigheden. Echter, om dit project gebouwd te krijgen, hebben de architecten na lang onderhandelen toch bijna het drievoud van de gebruikelijke veiligheidsfactor voor betonconstructies moeten gebruiken. Dat toont wel aan hoe klein het vertrouwen in aarde als bouwmateriaal is. Ook het Ricola Kräuterzentrum in Zwitserland door architecten Herzog & De Meuron kent een gelijkaardig verhaal. Hoewel de bekende leembouwpioneer Martin Rauch de architecten probeerden te overtuigen dat het gebouw volledig in dragende stampleemblokken kon uitgevoerd worden, koos het befaamde duo toch voor de veilige oplossing van een betonnen skeletstructuur met de stampleemblokken als invulling.

Drukbogen uit gebrefabriceerde stampleemblokken in L’Orangerie, Lyon © Clément Vergély architectes     

“Leem kan niet tegen water”


Een gebruikelijke techniek om leem waterbestendig te maken is door het te stabiliseren met kalk of cement. Dit gebeurt echter wel ten koste van de milieu-impact en de circulaire voordelen aan het einde van de levenscyclus. Maar gebouwen uit aarde kunnen dus wel degelijk overleven in natte(re) klimaten. In het Duitse Weiburg staat vandaag bijvoorbeeld nog steeds appartementsgebouw in stampleem uit 1830 recht dat zes verdiepingen telt. Hoe dat komt? Door toepassing van de juiste ontwerpprincipes. Natuurlijk kan neerslag of grondwater gebouwen uit ongebakken aarde aantasten, maar door duizenden jaren van empirische validatie door trial and error, hebben we geleerd hoe we dat met specifieke bouwtechnieken kunnen voorkomen. Hét klassieke principe voor leembouw in onze streken was om te ontwerpen ‘met een grote hoed en sterke botten’. Met andere woorden: een overstekend dak dat de gevel beschermt tegen neerslag en een stenen fundering die de wanden beschermt tegen opstijgend vocht. Ten slotte zorgt water er ook voor dat leem weer plastisch kan worden na uitharding – wat vooralsnog geen enkel ander bouwmateriaal kan. Dit heeft als gevolg dat enerzijds slijtage makkelijker kan hersteld worden en dat anderzijds de verbindingen tussen leem en andere bouwmaterialen omkeerbaar zijn en dus hergebruik bevorderen. Aan het einde van de levensduur van gebouwen uit bijvoorbeeld baksteenmetselwerk, kan de cementmortel moeilijk van de bakstenen gescheiden worden. Daarom worden bakstenen vaak niet hergebruikt of gerecycleerd en in plaats daarvan gewoon gedumpt. Kan leemsteenmetselwerk een antwoord bieden op dit probleem?

Heb je een vraag voor ons?

Wens je meer informatie over het Living Lab? Heb je interesse om je expertise te delen? Of heb je een andere vraag? Wij horen het graag van jou!

Blijf op de hoogte van het onderzoek

Interesse in ons onderzoek? Schrijf je dan in op de nieuwsbrief en ontvang de laatste updates rond onze activiteiten en die van de partners binnen het Living Lab. 

Projectteam

met steun van 

VLAIO is hét aanspreekpunt van de Vlaamse overheid voor alle ondernemers in Vlaanderen. We stimuleren en ondersteunen innovatie en ondernemerschap en dragen bij aan een gunstig ondernemersklimaat. Dit doen we in samenwerking met tal van partners. 

VLAIO zet volop in op circulair ondernemen. Daarom kreeg dit project VLAIO steun én middelen van het  NextGenerationEU fonds van de Europese Commissie.